Skip to main content

2. Praat met de ouder

Wil Saskia niet praten of lijkt het je (na het gesprek met Saskia) beter om even met haar ouders te praten? Dan kun je ook hen heel open vertellen wat je opvalt en vragen of er iets aan de hand is. Je kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Het valt mij op dat Saskia de laatste tijd vaak te laat komt en weinig zin heeft om met haar klasgenootjes te spelen. Is er iets aan de hand?’

Hieronder vind je een aantal belangrijke aandachtspunten die je kunnen helpen om het gesprek met ouders zoals die van Saskia aan te gaan.

  • De bemoeienis van derden luistert nauw. Ouders voelen opmerkingen over een kinderen of de opvoeding al snel als een aanval. Ze willen wel een tip, maar geen preek.
  • Stel open vragen over ouderschap en de kinderen, zonder oordeel.
  • Wees transparant: zeg wat je doet en doe wat je zegt.
  • Bespreek wat er wel goed gaat en benadruk hoe positief dit is.
  • Steun de ouders, maar laat de verantwoordelijkheid bij hen.

Een aantal voorbeeldvragen die je aan ouders zoals die van Saskia kunt stellen:

  • Het valt me op dat… Is er iets aan de hand?
  • Maakt u zich zorgen over de kinderen?
  • Het opvoeden van kinderen is best lastig. Vooral wanneer een ouder zich niet goed voelt of veel stress heeft. Hoe is dat voor u?
  • Wat vindt u de moeilijkste momenten met de kinderen of in de opvoeding?
  • Als u zich niet lekker voelt, van wie heeft u dan steun bij de zorg voor de kinderen?