Skip to main content

2. Praat met de ouders

Wil Emma niet praten of lijkt het je (na het gesprek met Emma) beter om even met haar ouders te praten? Dan kun je ook hen heel open vertellen wat je opvalt en vragen of er iets aan de hand is. Je kunt bijvoorbeeld vragen: ‘Het valt mij op dat Emma de laatste tijd veel blauwe plekken heeft en erg fel reageert op mijn vragen. Is er iets aan de hand?’

Hieronder vind je een aantal belangrijke aandachtspunten die je kunnen helpen om het gesprek met ouders zoals die van Emma aan te gaan.

  • Stel open vragen over ouderschap en de kinderen.
  • Opvoeden is hard werken. Erken dit!
  • Wees transparant: zeg wat je doet en doe wat je zegt.
  • De bemoeienis van derden luistert nauw. Ouders voelen opmerkingen over een kinderen of de opvoeding al snel als een aanval. Ze willen wel een tip, maar geen preek.
  • Bespreek wat je opvalt en vraag door, zonder oordeel. 
  • Geef aan wat er wel goed gaat en benadruk hoe positief dit is.

Een aantal voorbeeldvragen die je aan ouders zoals die van Emma kunt stellen:

  • Het valt me op dat… Is er iets aan de hand?
  • Maakt u zich zorgen over de kinderen?
  • Lukt het u om ondanks uw situatie voldoende zorg aan de kinderen te bieden?
  • Als u zich niet goed voelt, van wie heeft u dan steun bij de zorg voor de kinderen?
  • Als ik uw kinderen zou vragen wat er aan de hand is, wat zouden ze dan antwoorden?
  • Kunnen wij u ondersteunen bij de zorg voor/opvoeding van de kinderen? Wat voor hulp zou u prettig vinden?