De ontwikkeling van een kind wordt in sterke mate bepaald door de omstandigheden waarin het opgroeit. Als hulpverlener kun je het verschil maken, door zicht te krijgen op deze omstandigheden en hulp te bieden/organiseren wanneer nodig.
Enkele dingen die een kind helpen in moeilijke omstandigheden thuis zijn:
- Dat kinderen op hun niveau begrijpen wat er aan de hand is thuis.
- Dat dagelijkse dingen (school, sport, vriendjes enz.) doorgaan, ondanks de problematiek thuis. Als ouders dit niet zelf kunnen organiseren, wie kunnen er dan helpen?
- Dat kinderen een vertrouwenspersoon hebben. Een, bij voorkeur, volwassen persoon in directe omgeving (buiten het gezin) van kinderen, aan wie ze vertrouwelijke zaken kwijt kunnen.
Wat kun je als hulpverlener zelf doen:
- Help ouders in eigen woorden, op niveau van hun kind, uit te leggen wat er aan de hand is.
- Stimuleer het hebben van vertrouwenspersonen voor kinderen.
- Help ouders te ontlasten in de opvoeding, mobiliseer wanneer mogelijk ook het eigen netwerk. Vragen die ouders kunnen helpen om te bedenken wie sociale steun zou kunnen bieden zijn bijvoorbeeld: welke mensen om jullie heen vinden het belangrijk dat het goed gaat met jullie kind? Bij wie kun je terecht voor praktische hulp, troost en steun? Hoe zou je deze persoon kunnen vragen om je hierbij te helpen?
- Onderzoek samen hoe kinderen te ontlasten. Bijvoorbeeld: wie kan in de directe omgeving van het gezin taken over nemen of een vertrouwenspersoon zijn voor kinderen?
- Wanneer de zorgen over een gezin groot zijn en/of ouders accepteren geen (of onvoldoende) hulp, dan treedt de Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld van de eigen organisatie in werking.